‘Der skal mod til at have talent’ (er is moed voor nodig om talent te hebben), schreef Marie Krøyer in 1887 aan haar vriendin en collega-kunstenaar Agnes Slott-Møller.
Marie Krøyer (1867-1940) wordt in de kunstgeschiedenis – àls er al over haar geschreven wordt – nogal eens afgeschilderd als een tragische figuur in de kring van Skagense kunstenaars. In de schaduw van haar beroemde, charismatische en virtuoze, maar geestelijk instabiele echtgenoot Peder Severin Krøyer (1851-1909), en geplaagd door zelftwijfel en faalangst, kwam haar werk nooit echt onder de aandacht van een breed publiek. Gedurende haar leven was Marie vooral bekend om haar schoonheid en haar dramatische persoonlijke leven. Toen haar dochter Vibeke in 1986 overleed, kwam echter een klein, doch verrassend oeuvre aan schilderijen van haar hand aan het licht, dat grotendeels werd aangekocht door het Skagens Museum. Men oordeelde dat, wanneer zij haar artistieke potentieel blijvend had durven inzetten, zij tot de grootsten van de Skagense kunstenaars behoord zou hebben.
Marie Krøyer, Wasgoed aan de lijn (Krøyers huis) (1890-98?), Skagens Museum