Houdt u ook zo van een sterke, warme kop thee? Nou, ik wel. Mét melk graag. Ik had de afgelopen week ruim de tijd om daar eens over na te denken. Mijn wederhelft was namelijk positief getest op Covid, dus wij zaten samen thuis in quarantaine, zonder enige klachten. Al starend naar mijn mooie, dubbelwandige Bredemeijer theepot in retro-stijl, bedacht ik hoe leuk en gezellig, én praktisch, zo’n ouderwetse theepot eigenlijk is. En hoe weinig je die nog tegenkomt in cafés en in huishoudens. Had iedereen vroeger niet een theepot? Ik ging rondkijken in de online collectie van ons Amsterdamse Rijksmuseum, en jawel, ik vond daar tot mijn grote plezier een enorme verzameling historische theepotten. Van elegant tot sober, van strak tot barok, van praktisch tot volkomen bizar. Ik was verkocht. In dit nieuwe blog stel ik u graag voor aan een aantal fraaie exemplaren, niet alleen uit het Rijksmuseum, maar ook uit het Victoria & Albert Museum van onze theedrinkende buren aan de overkant.
Een theepot dient voor het trekken van theeblaadjes. De theeplant (Camellia sinensis) is een groenblijvende struik die van oorsprong voorkomt in China, en de jonge scheuten van de plant worden gebruikt om thee te produceren. Tegenwoordig wordt thee overigens niet alleen in China, maar in de gehele wereld in tropische en subtropische gebieden geteeld.
Thee werd door de Chinezen al honderden, zo niet duizenden jaren vóór onze jaartelling als medicinale drank genoten. Afhankelijk van de leeftijd van de blaadjes (het jongste topje, de ‘orange pekoe’, is het kostbaarst) en de lengte van het oxidatieproces van de geplukte blaadjes, zijn er verschillende soorten en kwaliteiten thee. Mijn favoriete thee is Earl Grey, een zwarte thee waaraan bergamot (Citrus bergamia) is toegevoegd.
Earl Grey thee drink ik het liefst met een wolkje melk, al is dat volgens mijn Engelse nichtje not done. In alle andere soorten zwarte thee mag wel melk, maar juist niet in Earl Grey (my dear, don’t you know ànything?). In Engeland is er de keus tussen melk, of zelfs room, of citroen in de thee. Misschien omdat Earl Grey al bergamot – een citrus-soort – bevat, worden verdere toevoegingen overbodig geacht? In Nederland is de koffie sterk maar de thee meestal slap (en kijkt men je aan alsof je van een andere planeet komt, wanneer je er melk bij vraagt), in Engeland is het precies andersom.
In Europa waren het de Portugese missionarissen en ontdekkingsreizigers die thee in de zestiende eeuw mee naar huis namen. Rond 1600 kwamen de eerste kleine beetjes thee ook naar Nederland, en het waren de Nederlanders die als eersten (nog vóór de Britten!) de commerciële mogelijkheden van deze bijzondere blaadjes zagen. In de loop van de eeuw begon de VOC steeds grotere hoeveelheden thee naar Nederland te verschepen. Maar thee bleef nog lang vooral een delicatesse voor de rijken. Pas in de negentiende eeuw kwam daar verandering in.
Chinees porseleinen theepot of wijnkan (Ming, 1610-1630) met 19e eeuws zilveren beslag. Rijksmuseum Amsterdam
Bij thee hoort een theeservies. Omdat theedrinken aanvankelijk iets was waar alleen de gegoede standen zich mee konden bezighouden, was een theepot behalve een praktisch geval ook een statussymbool. De eerste theepotten die in Nederland gebruikt werden, waren delicaat gedecoreerde porseleinen exemplaren uit China of Japan.
Theepot van Chinees porselein in de vorm van een granaatappel. Gedecoreerd met bloemenranken en insecten (Qing-dynastie, Kanxi- of Yongzheng-periode, ca. 1700). Rijksmuseum Amsterdam
Vind u ook niet, dat theepotten een heel eigen persoonlijkheid hebben? Je hebt sierlijke theepotten, hooghartige, wulpse, deftige en hele gewone theepotten. Je hebt gezellige ronde theepotten en ook ronduit bizarre of zelfs griezelige potten. Je hebt potten, die eruit zien als je oudtante Agaath in een strak korset, als die politicus met dat uitgezakte buikje, of als je lievelings-oma. Sommige theepotten hebben pootjes onder hun dikke buiken en zie eruit alsof ze elk moment weg kunnen wandelen.
Theepot van Japans porselein (Edo, 1700-1799). Rijksmuseum, Amsterdam
Theepot van Chinees porselein met gestileerde lotusranken (ca. 1700-1724). Rijksmuseum, Amsterdam
Achtlobbige Japanse theepot met prunus, pioenroos en bladranken (ca. 1670-1690). Rijksmuseum, Amsterdam
Een verrassing in de collectie van het Victoria & Albert Museum is onderstaande Chinese theepot uit ca. 1700. Hij doet Jugendstil-achtig modern aan, en de frisheid van de blauwe en paarse kleuren is opvallend. Merkwaardig genoeg zit de opening in de onderzijde. Hoe dat in de praktijk uitwerkt, is mij een raadsel.
Theepot van Chinees porselein (Jingdezhen, ca. 1662-1722). V&A Museum, Londen
Al was de Chinese of Japanse porseleinen theepot natuurlijk het (duurste) neusje van de zalm, al snel bleek het bijzonder lucratief om dergelijke potten ook in Nederland te vervaardigen.
Trekpot van blauw beschilderde faience (Delft, 1710-1740). Rijksmuseum, Amsterdam
Theepot op drie klauwpoten, beschilderd met bloemtakken (Manufactuur Oud-Loosdrecht, ca. 1774-1778). Rijksmuseum, Amsterdam
Theepot, slibgegoten. David Elers (1690-1700). V&A Museum, Londen
De Nederlandse gebroeders Elers, van huis uit zilversmeden, vonden een methode uit om theepotten te gieten in plaats van te draaien op een pottenbakkersschijf. Hierbij werd vloeibare klei in gipsen mallen gegoten, en nadat het water was verdampt, bleef een zeer dunne gegoten kleilaag achter. Zoals later Staffordshire-pottenbakkers zouden ontdekken, maakte slibgieten reproductie van complexe asymmetrische vormen mogelijk. Bovenstaand theepotje is een zeer zeldzaam exemplaar in zoutgeglazuurd steengoed (waterdicht en zuurbestendig), in Nederland gemaakt vóórdat de gebroeders Elers naar Staffordshire verhuisden.
Aardenwerken theepot, Whieldon (Staffordshire, ca. 1765-1775). Rijksmuseum, Amsterdam. Helaas ontbreekt het oor.
Normaal gesproken houd ik niet zo van rococo, die over-versierde uitloper van de barok uit het midden van de achttiende eeuw. Maar nu moet ik bekennen, dat wanneer ik een theepotje uit een museum zou mogen uitkiezen, het zeer waarschijnlijk een rococo potje zou zijn. Het leuke van rococo in toegepaste kunst vind ik dat deze stijl veelvuldig gebruik maakt van natuurlijke motieven: planten, bladeren, ranken, schuimende randjes ‘branding’, schelpjes, vruchten, en zelfs groenten. De Engelse pottenbakkers in Staffordshire blonken uit in de meest fantasievolle ontwerpen. Een categorie apart. De meest grillige, natuurlijke vormen en speciale technieken in kleurrijke glazuren werden gebruikt. Mijn favoriet is de groenekool-theepot op zijn blaadjes-voeten.
Kool theepot, Longton Hall Porcelain Factory (Staffordshire, ca. 1755). V&A Museum, Londen
Appel theepot, Thomas Whieldon (Staffordshire, ca. 1760). V&A Museum, Londen
Aardenwerken theepot, Whieldon agateware (Staffordshire, ca. 1750). Rijksmuseum, Amsterdam
Een Nederlandse zilversmid uit de achttiende eeuw, Willem Schiff, maakte onderstaande zilveren, meloenvormige theepot en bijpassende peervormige melkkan in rococo-stijl. Ze zijn van een onnavolgbare elegantie en geraffineerde eenvoud, met hun subtiele decoraties van bloemen, bladeren, ranken en vruchtjes. Dit stelletje mag ook wel deze kant op komen.
Theepot, meloenvormig, toegeschreven aan Willem Schiff (1778-1779). Rijksmuseum, Amsterdam
Peervormige melkkan, toegeschreven aan Willem Schiff (1778-1779). Rijksmuseum, Amsterdam
In een theepot of trekpot, die vaak niet erg groot was, werd een kleine hoeveelheid zeer sterke thee getrokken. Men schonk een bodempje daarvan in een kopje, en vulde dat aan met kokend water uit een zogenaamde bouilloire – een deftig woord voor een waterketel. De bouilloire zelf was ook deftig, zoals dit weelderige exemplaar bewijst, dat uitstekend bij ‘mijn’ theepot en melkkan zou passen.
Bouilloire van zilver, meloenvormig, met komfoor, Engelbart Joosten (Den Haag, 1776). Rijksmuseum, Amsterdam.
Wist u trouwens dat de Engelsen in te delen zijn in milk first en tea first aanhangers? En weet u ook hoe dat komt? Het is een kwestie – hoe kan het ook anders – van klassenonderscheid. Een verfijnd en peperduur porseleinen theekopje kan hoge temperaturen hebben en verdraagt het dus om eerst gevuld te worden met kokendhete thee, waarna een wolkje melk wordt toegevoegd. Het ‘gewone volk’ had aardewerken kroezen of koppen, van een kwaliteit die zou barsten wanneer de hete thee er direct ingeschonken zou worden….dus milk first.
Aardenwerken theepot met Indiaas tafereel, Burgess&Lee (Burslem, 1896). V&A Museum, Londen
En dan is er de categorie bizar en over-the-top. Dergelijke exemplaren vond ik vooral onder de laatnegentiende-eeuwse theepotten in het Victoria & Albert Museum. Theepotten leken altijd al veel ruimte te bieden aan de fantasie van de ontwerper, maar dit is echt een categorie apart. Soms werden motieven gebruikt zoals kamelen, apen of mensen, waarbij vorm en ontwerp niet alleen ongekend maar ook vaak onpraktisch waren. Deze theepotten zouden zeker de nodige gespreksstof hebben opgeleverd tijdens het thee uurtje. Opvallend is het koloniale motief.
Dromedaris theepot, Gebroeders Moore, Thomas Goode&Co (Londen 1876). V&A Museum, Londen
Dromedarissen waren in de achttiende eeuw al een populair onderwerp voor theepotmakers en kenden een opleving in de jaren 1870, waarschijnlijk als onderdeel van het algemene enthousiasme voor ‘oosterse’ onderwerpen.
Draken theepot, Edward Bingham (Castle Hedingham, eind 19e eeuw). V&A Museum, Londen
Helemaal bizar is bovenstaande draken-theepot: het handvat is een menselijke figuur, de hals een mannenhoofd, de tuit het hoofd van een draak.
En wat te denken van onderstaande ‘Harry-Potter’ theepot uit de achttiende eeuw: een statig, streng huis, waaruit een reuzenslang dreigend tevoorschijn komt als tuit. Ik weet niet, of dat een gezellig thee uurtje oplevert.
Theepot in de vorm van een huis, met slang als tuit (Staffordshire, ca. 1750). V&A Museum, Londen
Als tegenwicht tegen deze bizarre naargeestigheid laat ik u een paar sympathieke negentiende-eeuws potjes van Petrus Regout uit Maastricht zien.
Theepot, bruin met lichte vlekken, Petrus Regout (Maastricht, ca. 1801-1879). Rijksmuseum, Amsterdam
Theepot, wit, met blauwe biezen, Petrus Regout (Maastricht, 1860-1890). Rijksmuseum, Amsterdam
Rond 1900 komt de Art Nouveau of Jugendstil op met zijn natuurlijke, deels geabstraheerde florale motieven en lange vloeiende lijnen, die behalve verfijning ook gemoedsbeweging uitdrukken. Onderstaande theepotten uit deze periode zijn van een stijlvolle elegantie.
Theepot met gestileerde plantmotieven, Parthénon (mogelijk) (ca. 1900-1905). Rijksmuseum, Amsterdam
Theepot met deksel, N.V. Haagsche Plateelfabriek Rozenburg (1903). Rijksmuseum, Amsterdam
Zilveren theepot, Zilverfabriek Orivit (Duitsland, ca. 1905). Rijksmuseum, Amsterdam
Tenslotte ziet u hieronder een paar theepotten, waarvan de datering u misschien zal verrassen.
Theepot, afgerond rechthoekig, met filetranden, Jean Anthoine de Haas (1821). Rijksmuseum, Amsterdam
Nikkelzilveren theepot, Christoper Dresser (Sheffield, ca. 1879). V&A Museum, Londen
Roestvrij stalen dubbelwandige Bredemeijer theepot, Minuet Ceylon (eind 20ste eeuw)
Mijn geliefde, die besmet was met Covid, maar nergens last van had, is inmiddels door de GGD vrijgesproken, en de uitslag van mijn laatste Covid-test is ook binnen: negatief. Buiten is het grijs en koud. Ik schenk uit mijn Bredemeijer nog een kopje thee, mét een wolkje melk.
Dit was slechts een topje van een gigantische ijsberg. U kunt alle getoonde potten, en nog veel meer, vinden in de online collecties van het Rijksmuseum Amsterdam, en het V&A Museum Londen.
Wat heerlijk om je verhaal te lezen en te bekijken.
Alltijd met eeen kopje thee !
Dank en liefs,
Froukje.
Dankjewel, dat je laat zien hoe iets doodgewoons bezienswaardig wordt door het in de benodigde context te plaatsen: Voor mij een pareltje van praktische kunsthistorie!
Nooit meer kan ik argeloos de theepot ter hand nemen zonder te denken aan zijn boeiende familie. Met een verre voorvader die, avant la lettre, al kubistisch presteerde. Of die moeilijk te doorgronden mysticus uit de Chinese tak (of stam), die je onder de huid blijft zitten met z’n rare dekseltje aan de onderkant: Ceci n’est pas une théière, als je het mij vraagt.
Hoewel liefhebber van een goeie kop koffie beschik ik toch ook over 5 theepotten, klein en groot.
1 is gereserveerd voor Kerst, voor de gluhwijn.
De andere 4 voor ofwel english breakfast of ,inderdaad ,earl grey ! Én alleen losse thee.
Leuk, deze theepotten nieuwsbrief!
Mijn favoriete drankje is … thee!!
Zelf gebruik ik meestal de thermoskan als theepot. Wel saai als ik jouw mooie afbeeldingen voorbij zie komen. gelukkig heb ik voor de speciale momenten ook een leuke theepot in de kast staan. Een porseleinen theepot van mijn schoonmoeder…
Bedankt, Marijke, voor je leuke presentatie en verhaal!
Wat ontzettend leuk Marijke om te lezen en te bekijken. Ga ook maar weer eens mijn theepot in ere herstellen. Heel vaak maak je één beker maar thee verdient zeker een ritueel en daar hoort een theepot bij. Onthaasten bij de theepot. In mijn geval: met wat lekkers erbij!
Leuk en interessant verhaal, Marijke!
Ik krijg er dorst van!
En op dit tijdstip wordt het dan toch een kopje koffie!
Later vandaag thee, Earl Grey, jawel, maar dan uit een saaie grijze thermoskan…
Waar een positieve covid feest al niet toe kan leiden. Heel leuk! De volgende keer dat je hier komt, moet je mijn verzameling Chinese theepotjes maar eens bekijken.
Weer heerlijk om je verhaal te lezen, en jawel… met een kopje thee!
Wat een leuk verhaal. Geniet van je thee en heerlijk dat COVID weer weg is.
Superleuk, Marijke : dank je wel.