Kleine IJstijd


Jakob Nieweg (1877-1955), Winter. Part. coll.

Sneeuw…. ik word daar heel erg blij van. De hele wereld wordt er mooier en stiller van. Alles, mooi of lelijk, wordt bedekt met een zachte, maagdelijk witte laag, en als de zon dan ook nog schijnt, is het helemaal perfect. Ook als het onder een grijze lucht sneeuwt en schemerig en koud is, ga ik toch graag naar buiten, onder het motto ‘slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel’. Op het moment dat ik dit blog schrijf, sneeuwt het hier met grote, dikke vlokken en er blijft zowaar een laagje liggen. Die dag is goed. Op het moment dat je dit leest, is het waarschijnlijk alweer minstens 10 graden boven nul. 

Door de eeuwen heen werden veel kunstschilders ook gelukkig van sneeuw, of zagen het witte winterlandschap in ieder geval als een dankbare inspiratiebron.

 

Met de huidige ontwikkelingen rond de opwarming van onze aarde, is het de vraag hoe vaak we in ons kikkerlandje nog zullen kunnen genieten van een flink pak sneeuw en ijs dat dik genoeg is om op te schaatsen. Heel veelzeggend is de naam van een actueel en belangrijk onderzoeksproject naar de gevolgen van klimaatverandering in het Noordpoolgebied: B.I.G.: Before It’s Gone. Vanaf de late middeleeuwen beleefden we hier echter de zogenaamde ‘kleine ijstijd’: een relatief koude periode die duurde van pakweg de vijftiende tot en met de negentiende eeuw, met temperaturen die gemiddeld 1 à 2 graden lager uitkwamen dan in de twintigste eeuw.


Pieter Bruegel de Oude, Jagers in de sneeuw (1565), Kunsthistorisch Museum, Wenen

Pieter Bruegel de Oude’s Jagers in de sneeuw (1565) stelt een gefantaseerd winterlandschap voor waarop typisch Vlaamse huizen en bezigheden te zien zijn, maar ook ruige Alpen op de achtergrond. En veel sneeuw en ijs. De jagers, die met hun honden terugkeren van de jacht, zien we op de rug en we lopen als het ware met hen mee het besneeuwde landschap in. De jagers bepalen op die manier ook de kijkrichting in het schilderij: van linksonder, diagonaal naar rechtsboven. Zoals gebruikelijk bij deze Bruegel zijn er onderweg allerlei leuke details te zien. Op de meertjes in de diepte wordt bijvoorbeeld ijshockey gespeeld en een vorm van curling. 


Pieter Bruegel de Oude, detail uit: Jagers in de sneeuw (1565), Kunsthistorisch Museum, Wenen

Schilderijen uit die relatief koude eeuwen geven ons een fraai beeld van strenge winters, maar ook van verwarmende vuurtjes en vrolijke winterpret, compleet met sneeuwballen, zwieren op het ijs en koek-en-zopie tentjes.


Pieter Bruegel de Oude, detail uit: Volkstelling te Bethlehem (1566), Kon. Musea van Schone kunsten, Brussel


Hendrick Avercamp, Schaatsenrijden in een dorp (1610), Rijksmuseum, Amsterdam


Andreas Schelfhout, Winterlandschap (1849), Collectie Rademakers

Fritz Freund (1859-1936), Sneeuwpret. Part. coll.

In de loop van de negentiende eeuw wordt het landschap ook als zelfstandig thema populair en dient niet alleen als decor voor allerlei winterse bezigheden en ijspret. 


Gustave Courbet, Winterlandschap met hert (ca. 1855-77), Nationaal Museum, Warschau


Claude Monet, De ekster (ca. 1868), Musée d’Orsay, Parijs


Louis Apol, Januari-avond in het Haagse Bos (1875), olieverf op doek, 92x121cm, Rijksmuseum, Amsterdam

Sneeuw schilderen, dat lijkt zo eenvoudig – pak een tube witte verf, en ga je gang – maar zo werkt het niet, kijk maar goed. Op de meeste sneeuwschilderijen komt helemaal geen zuiver wit voor, eerder ‘vijftig tinten wit’: lichte mengkleuren, die merkwaardig genoeg ‘witter’ en kouder overkomen dan zuiver witte verf, warme, heldere tinten voor de zonbeschenen plekken, en koele kleuren van een grijs-lila-blauw palet voor schaduwen en koude, donkere plekken. En hoe mooi steken die koele toetsen dan weer af tegen het complementaire palet van warme roestbruinen, sienna’s en okers van winterbomen, besneeuwde huizen, hooibergen.


Camille Pissarro, Winterlandschap bij Louveciennes (1872), Museum Folkwang, Essen


Floris Verster, Sneeuwstudie (1895), Kröller Müller Museum, Otterlo


Claude Monet, Hooibergen (sneeuw en zon) (1891), Metropolitan Museum of Art


Xeno Münninghoff (1873-1944), Sneeuwlandschap op de Veluwe. Collectie Museum Veluwezoom, Doorwerth

Het was een feest daar buiten: mijn tuin onder een wit dekentje, de bevroren uiterwaarden van Rijn en Waal, de besneeuwde bossen van de Utrechtse Heuvelrug. Nu de sneeuw weer weg is, haal ik mijn hart op aan al die prachtige sneeuwschilderijen. Daar krijg je toch nooit genoeg van? Voor nog meer sneeuw: klik op onderstaande afbeelding!

 

8 gedachten over “Kleine IJstijd

  1. Dankjewel voor zoveel sneeuw Marijke! Prachtige verzameling met wit.
    Wit is altijd ‘schoon’! En toch: zoveel tinten. Dank voor je uitleg hierover. Het maakt dat ik beter kijk.

  2. Wat een genot!
    Ik kan uren naar sneeuwtaferelen kijken! Gelukkig hebben we die nog nu het een hier steeds zeldzamer fenomeen wordt!

  3. Wat heb je een mooie online expositie voor ons samengesteld. Prachtig. Ik voel de kou met dat blauw in het landschap.

  4. Het was weer genieten om al die mooie winterse beelden te bekijken. Die oude meesters konden er wat van!

    Marieke

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *