Anna Brøndum (1859-1935) is de dochter van de eigenaars van Brøndums Hotel in Skagen, het hotel dat aan het eind van de negentiende eeuw het hart van de Skagense kunstenaarskolonie vormt. Anna’s artistieke talent is van jongs af aan duidelijk. Ze krijgt in Skagen les van Karl Madsen en volgt op zijn aandringen en met instemming van haar ouders een driejarige professionele opleiding op Vilhelm Kyhn’s ‘privéschool voor tekenen en schilderen voor jongedames’ in Kopenhagen. Karl Madsen weet zich later te herinneren dat, wanneer Anna Brøndum in 1880 trouwt met Michael Ancher, zij van Kyhn het advies krijgt haar palet in zee te werpen en zich te wijden aan de traditionele taken van een getrouwde vrouw. Gelukkig heeft Anna deze raad niet opgevolgd, want zij ontwikkelt zich tot een opvallend begaafde kunstenares, die zich met haar moderne, frisse werk moeilijk binnen één kunstzinnige stroming laat plaatsen.
Anna Ancher, Studie voor naaister, Nationaal Kunstmuseum, Kopenhagen
Anna Ancher, Zelfportret (1877-78), Helga Ancher Fonds
Anna Ancher, foto Skagens Museum
Anna en Michael Ancher hebben een voor die tijd uitzonderlijk gelijkwaardige relatie waarin beiden niet alleen samenwerken, maar waarin elk ook op eigen wijze een succesvolle professionele carrière verwezenlijkt. Dit wordt prachtig geïllustreerd door het dubbelportret dat zij in 1883 samen maken, met de titel Beoordeling van een dag werk.
Michael en Anna Ancher, Beoordeling van een dag werk (1883), Nationaal Kunstmuseum, Kopenhagen
Anna Ancher is geboren en getogen in Skagen, en is daar ook het grootste deel van haar leven blijven wonen en werken. De onderwerpen die zij kiest voor haar schilderijen hebben dan ook alle betrekking op deze Skagense omgeving, en zij schildert nogal wat werken waarin de plaatselijke bevolking in hun eenvoudige, dagelijkse bezigheden op sobere wijze worden weergegeven. Bij Anna vinden we geen geromantiseerde, nostalgische en misschien zelfs enigszins voyeuristische afbeeldingen van het ‘authentieke (vissers)leven’, zoals bij veel van haar Skagense collega’s, geen stoere vissers, en geen blauwe stranden. Misschien omdat Anna zelf zo door en door Skagens is, heeft zij geen behoefte aan idealisering van het Skagense dagelijkse leven dat zij van binnenuit maar al te goed kent.
Anna Ancher, Oude man die een stok snijdt (Lars Gaihede) (1880), Skagens Museum
Wat opvalt, zeker gezien haar geëmancipeerde positie in de kunstenaarskolonie, is dat Anna zich meestal beperkt tot wat doorgaans als typisch ‘vrouwelijke’ onderwerpen beschouwd wordt: huiselijke scenes en interieurs, waarin zij haar eigen, vertrouwde omgeving weergeeft. Zij verheft dit genre echter op geheel eigen wijze tot grote hoogten.
Anna Ancher, Interieur met rode klaprozen (1905), Skagens Museum
We zien een kamer waarin zich één vrouw bevindt, lezend, handwerkend, in gedachten verzonken, opgaand in een eigen binnenwereld. Kenmerkend voor Anna’s werk is de losse penseelvoering, het warme kleurgebruik, en de weloverwogen inzet van invallend licht als compositie-element. Zonlicht valt door een al of niet zichtbaar raam naar binnen en vormt licht- en schaduwplekken op muren, vloer, en meubels. Deze taferelen zijn niet sentimenteel, ook niet anekdotisch, maar stralen wel een hoge mate van warmte en intimiteit uit. In de kamer van Interieur met rode klaprozen herkennen we de zitkamer in het huis van de Anchers in Skagen.
Anchers Hus, Skagen
Het is bekend dat Anna houdt van de zeventiende-eeuwse Hollandse meesters, hun werk waar mogelijk bestudeert, en zich erdoor laat inspireren. Wat bijvoorbeeld opvalt in Interieur met rode klaprozen is de treffende overeenkomst in compositie en houding van de lezende vrouw met Johannes Vermeers Slapend meisje (ca. 1657). Anna stond niet alleen in deze belangstelling, die zij onder andere deelde met collega en tijdgenoot Vilhelm Hammershøi (1864-1916).
Johannes Vermeer, Slapend meisje (ca. 1657)
Vilhelm Hammershøi, Kamer in het huis van de kunstenaar, Strandgade, Kopenhagen, met de vrouw van de kunstenaar (1902), Nationaal Kunstmuseum, Kopenhagen
Anna schildert niet alleen rustig lezende vrouwen, die de tijd aan zichzelf lijken te hebben, maar ook het keukenmeisje en de naaister, die met hun traditionele vrouwenwerk de kost verdienen. Wat al deze vrouwen met elkaar verbindt, is dat zij alleen zijn met hun gedachten en zich zowel letterlijk en figuurlijk in hun eigen ruimte bevinden.
Anna Ancher, Jonge vrouw in de keuken (1883-86), Hirschsprung Collectie Kopenhagen
Anna Ancher, Naaister (z.d.), Randers Kunstmuseum
Anna’s interieurs staan als genre overigens niet op zichzelf. Rond de eeuwwisseling van 1900 kwam het schilderen van de huiselijke, intieme ruimte bij meerdere, voornamelijk Noord-Europese schilders (ook mannen) in zwang, mede onder invloed van een herwaardering van huiselijkheid, en als reactie op het mondaine, oppervlakkige stadsleven. Het raam, waardoor licht naar binnenvalt, speelt hierbij een belangrijke rol. De vaak spaarzaam ingerichte kamers, met een in gedachten verzonken vrouw, vinden we in Denemarken bij leeftijdsgenoten en collega’s van Anna, zoals eerder genoemde Vilhelm Hammershøi, maar ook Carl Holsøe (1863-1935) en Peter Ilsted (1861-1933).
Carl Holsøe, Wachtend bij het raam (part.coll.)
Peter Ilsted, Zonneschijn in de kamer (part.coll.)
Vilhelm Hammershøi, Kamer in het huis van de kunstenaar, Strandgade (1901), Nationaal Kunstmuseum, Kopenhagen
De overeenkomsten zijn treffend, al is er wel een verschil tussen de warme tinten van Ilsted’s en Holsøe’s palet en de koele, wat meer sombere kleuren van dat van Hammershøi, wat wellicht verschillende interpretaties van deze werken kan opleveren. Ook valt er wel wat te zeggen over de toenmalige positie van de vrouw zoals deze in dergelijke werken wordt gesuggereerd – een studie op zich.
Bekijken we nu de interieurs van Anna Ancher, dan is wat betreft thematiek en compositie de overeenkomst met de werken van Hammershøi, Holsøe en Ilsted wel duidelijk, maar Anna’s palet wijkt sterk af: haar kleurgebruik is fris, bijna primair, en haar toets impressionistisch.
Anna Ancher, Zonneschijn in de kamer van een blinde vrouw (1885), Hirschsprung Collectie, Kopenhagen
Anna Ancher, Zonlicht in de blauwe kamer (1891), Skagens Museum
Anna Ancher, Helga aan haar bureau (1900), Particuliere collectie Sophienholm, Kopenhagen
Anna Ancher, De moeder van de kunstenaar, lezend in de rode kamer (1910), Skagens Museum
Er is echter meer aan de hand. Er wordt een spel gespeeld met de begrippen ‘binnen’ en ‘buiten’, op verschillende niveaus. De kamer kan beschouwd worden als een intieme binnenruimte, waarin de verbinding met de buitenwereld gevormd wordt door het zonlicht dat door het raam van buiten naar binnen valt. Ten opzichte van de in haar eigen ‘binnenwereld’ verzonken vrouw is de kamer echter een ‘buitenwereld’ – maar, en nu komt het, juist door zijn intieme karakter kan de kamer óók gezien worden als een reflectie van het innerlijk van de vrouw: haar ‘binnenwereld’ wordt als het ware zichtbaar gemaakt in het intieme, besloten karakter van de kamer. De kamer verbeeldt dan niet alleen een concrete, fysieke ruimte met een ‘binnen’ en een ‘buiten’, maar ook een mentale en emotionele ruimte, waarbij de ramen en deuren opgevat kunnen worden als symbolen van de oneindige vrijheid van menselijke gedachten. In Zonneschijn in de kamer van een blinde vrouw krijgt deze interpretatie nog een extra lading.
Hoe minder spullen, hoe minder nadruk op inrichting, objecten, of decor, hoe intenser het innerlijk leven van de afgebeelde vrouw naar voren komt. Nog interessanter wordt dit gegeven, wanneer Anna in haar interieurs niet alleen de menselijke figuur, maar ook in toenemende mate meubels en objecten weglaat. Anna schildert haar eigen vertrouwde kamers en atelier, en je zou kunnen zeggen dat de enige vrouw in deze werken, wier aanwezigheid niet zichtbaar is maar alleen gesuggereerd wordt, Anna zelf is. Het is háár ruimte, een essentiële room of one’s own, zoals Virginia Woolf dat in 1929 zo mooi beschreef.
Anna Ancher, Interieur met clematis (Atelier van de kunstenaar) (1913), Skagens Museum
Anna Ancher, Rode kamer, Amalienvej (1900-1910), Skagens Museum
Men kan een ruimte op verschillende manieren afbeelden of beschrijven: door de feitelijke eigenschappen van de kamer (bv. afmetingen) te geven, of door te beschrijven, of uit te beelden, hoe deze ervaren wordt. Je zou kunnen zeggen dat we in deze werken Anna’s ervaring van de haar zo vertrouwde en geliefde kamers te zien krijgen, alsof het een inkijkje in haar innerlijk is en haar gevoel wordt weergegeven in verf, kleur, en vooral: licht. Zo opgevat zou haar werk ook expressionistisch genoemd kunnen worden.
Anna Ancher, Avondzon in het atelier (na 1913), Anchers Hus, Skagen
Anna wordt vaak afgeschilderd als een modernistische, avant-gardistische kunstenaar. Haar behandeling van kleur en licht in composities met grote, platte vlakken heeft ertoe geleid dat kunsthistorici dergelijk werk graag zien als een opstapje dat zij maakte naar abstracte kunst. Zij lijkt in deze werken inderdaad te onderzoeken hoe de diverse kleur- en lichtvlakken ingezet kunnen worden als zelfstandige compositie-elementen, los van enige verhalende voorstelling. Hoewel zij goed op de hoogte is van de moderne kunststromingen, en niet schuwt zich daardoor te laten inspireren, gaat Anna toch voornamelijk haar eigen gang. Zij experimenteert met stijlen en technieken zoals dat haar goed lijkt – en de erkenning die haar werk oplevert, stimuleert haar daarmee door te gaan.
Anna Ancher, Licht op de wand in de blauwe kamer (studie, ca. 1890), Anchers Hus, Skagen
Anna Ancher, Zon op de muur (studie, z.d.), Anchers Hus, Skagen
Anna’s werk blijft echter verwijzen naar een concrete wereld en wordt dan ook nergens écht abstract. Hoe leger haar werken worden, hoe meer ruimte er lijkt te zijn voor haarzelf. Haar lege kamers wekken misschien een gevoel van melancholie op, maar het is een positieve melancholie, geladen met haar ervaring, haar blik en haar herinneringen. Wat prachtig dat Anna Ancher ons hierin een eindje meeneemt.
Anna Ancher, Interieur, Brøndum’s annex (ca. 1920), Skagens Museum
Geraadpleegde literatuur (o.a.):
Elisabeth Fabritius (red.), Danish Artist’s Colonies, Odder (DK) 2006
Mette Bøgh Jensen (red.), I am Anna. A homage to Anna Ancher, Odder (DK) 2009
Sven Bjerkhof (red.), Hammershøi und Europa, ein Dänischer Künstler um 1900, München 2012
https://skagenskunstmuseer.dk/
Marijke,
wat een heerlijke schilder, Anna. Je hebt een voor mij vrijwel onbekende bron aangeboord met de schilders uit Scandinavië. Er zijn er vast nog meer en ik hoop dat je die voor ons ook belicht. Met Anna’s ‘licht’ !
Wat heerlijk om te mogen mee genieten van zoveel schoonheid. Het licht dat door de ramen valt, het is zo mooi. dank je, Marijke.
Dank je wel Marijke ! Dat was een reuze leuk bezoek bij Anna waar je me mee naar toe hebt genomen.
Alweer dankzij jou kennis gemaakt met prachtig werk, dat ik niet kende. dan je wel!