Verpleeg- en verzorgingshuizen zitten al wekenlang op slot, en dat blijft voor het grootste deel ook nog even zo. En hoewel veel tehuizen allerlei creatieve oplossingen hebben verzonnen om familieleden de kans te geven hun bejaarde moeder of vader, oma of opa ‘op afstand’ te bezoeken, is het gemis aan direct contact groot. Ook zelfstandig wonende ouderen bewaren noodgedwongen een verstandige (maar frustrerende) afstand tot hun kinderen en kleinkinderen. Het gevolg is dat veel ouderen niet zozeer ten onder dreigen te gaan aan het coronavirus, maar aan eenzaamheid. En dan is het ook nog eens Moederdag. Tijd voor een ode aan alle moeders-op-leeftijd.
James Abbott McNeil Whistler, Arrangement in Grey and Black, no. 1: The Artist’s Mother (1871). Musée d’ Orsay, Parijs
We zien hierboven het beroemde schilderij dat de Amerikaans-Engelse kunstenaar James Abbott McNeill Whistler (1834-1903) in 1871 van zijn moeder maakte. Een oude vrouw zit in stille overdenking op een stoel in een verder nauwelijks gedecoreerde kamer. De kleur is vrijwel monochroom, de sfeer is sober. Dit werk van Whistler, met de intrigerende titel Arrangement in Grey and Black, maar beter bekend onder de benaming Whistler’s Mother, deed in zijn tijd nogal wat stof opwaaien – mede door die titel. Want waar was het Whistler nou om te doen? Om zijn moeder Anna Whistler, of om een moderne, experimentele compositie van esthetisch gearrangeerde, stemmige kleurvlakken? In 1871 woonde Whistler samen met zijn moeder in Londen, toen hij uit Parijs gevlucht was vanwege de Frans-Pruisische oorlog. Uit een brief van moeder Anna Whistler aan haar zuster blijkt, dat op een goede dag een model dat James had besproken, niet kwam opdagen, en dat ‘Jemie’ toen maar aan zijn moeder vroeg om voor hem te zitten. De intrigerende vraag dringt zich op of Whistler ooit een portret van zijn moeder zou hebben geschilderd wanneer het model wél was komen opdagen. Zelf was moeder erg tevreden met het resultaat, dat paste bij haar sobere, religieuze levenshouding.
Het gebrek aan decoratie en ‘verhaal’ in dit werk leverde toendertijd echter enorme kritiek op, omdat de schilder in dat opzicht sterk afweek van de gangbare traditie en smaak. Deed die onversierde soberheid van het werk recht aan de oude dame, zijn moeder? Hield Whistler wel van zijn moeder? De meningen daarover zijn verdeeld. Opvallend is wel, dat Whistler als jongeman al zijn moeders meisjesnaam McNeill aan zijn eigen naam toevoegde. En misschien spreekt uit de delicate soberheid waarmee hij haar weergeeft – geheel in tegenspraak met zijn nogal stormachtige levensstijl – in ieder geval respect voor zijn moeder.
Hij bereikte dit resultaat overigens met zeer beperkte middelen. De verf betrekt op veel plaatsen nauwelijks het linnen. Het hoofdkapje van Anna is bijzonder dun en transparant geschilderd. De subtiel grijsgroen-achtige muur achter haar bestaat uit slechts heel dunne lagen glacis. Het geheel is enigszins verlevendigd door een dansend patroon van lijnen en stippen op het gordijn links. Door de bedrieglijke maar geraffineerde eenvoud van de compositie lijkt het er inderdaad op alsof Whistler de figuur van zijn moeder alleen maar heeft gebruikt als compositie-element in het ‘arrangement’. De indruk die niettemin blijft hangen is van een vrouw, verzonken in stille, berustende beschouwing. Elk daarvan afleidend detail is weggelaten, maar let op: haar verfijnde gelaatstrekken zijn zeer gedetailleerd weergegeven.
Nadat Whistler dit werk in 1883 in de Salon in Parijs had laten zien, werd het een van de beroemdste en meest bediscussieerde werken van de toenmalige moderne kunst. Het is een werk dat bovendien veel invloed heeft gehad op andere kunstenaars, onder wie een opvallend aantal Scandinavische kunstenaars, die hun moeder op vergelijkbare wijze portretteerden. Ik laat u een paar voorbeelden zien.
Vilhelm Hammershøi, Frederikke Hammershøi (1886), Part. Collectie
In 1886 maakte de Deense kunstenaar Vilhelm Hammershøi (1864-1916), bekend van zijn verstilde, vaak lege interieurs in vrijwel monochrome tinten, deze kleine olieverfschets van zijn moeder. De overeenkomst met Whistler’s werk is opvallend. Hammershøi kende Whistler’s Mother van een gravure die in 1883 in het Franse kunsttijdschrift Gazette des Beaux Arts verscheen naar aanleiding van de tentoonstelling van het werk in de Parijse Salon. Een paar jaar later maakte Hammershøi een Interieur met de moeder van de kunstenaar (1889). Hier zien we de oude vrouw zittend op een bank, in een ruimte die door zijn hoogte een gevoel van leegte oproept, terwijl zij rustig en in zichzelf gekeerd zit te breien. Het hele werk ademt stilte, verstilling, en berusting uit, maar misschien ook: eenzaamheid.
Vilhelm Hammershoi, Frederikke Hammershoi (1889), Nationalmuseum, Stockholm
In november 1891 was Hammershøi in Parijs, en het is vrijwel zeker dat hij toen het originele werk van Whistler, dat onder grote publieke belangstelling door de Franse staat was aangekocht en op dat moment in het Musée du Luxembourg tentoongesteld was, gezien heeft.
Ook de Deense Anna Ancher (1859-1935) kende Whistler’s werk, en liet zich inspireren door Whistler’s Mother, getuige enkele portretten van haar eigen moeder – die zij overigens vele malen op liefdevolle wijze portretteerde, tot op haar doodsbed toe.
Anna Ancher, Anna Hedvig (Ane) Brøndum (1893), Skagens Kunstmuseum
In tegenstelling tot Whistler’s moeder lijkt moeder Ancher in dit portret meer actief aanwezig, en minder geïsoleerd te zijn. Dit is deels te danken aan de compositie, waarin de figuur een relatief groot deel van het beeldvlak in beslag neemt zodat er weinig lege ruimte over blijft, maar ook aan het contrast met de levendige, helderblauwe achtergrond. Moeder Ane Brøndum werkte een aanzienlijk deel van haar leven als manager van het Brøndum’s familiehotel in Skagen, het Noord-Jutse kustplaatsje waar haar dochter Anna deel uitmaakte van de Skagense kunstenaarskolonie. Nadat moeder Ane met pensioen ging, trok zij zich terug in de blauwe kamer van het hotel.
Anna Ancher, Ane Brøndum op hoge leeftijd (1913), West-Jutlands Kunstmuseum
De Finse Helene Schjerfbeck (1862-1946) verblijft in het voorjaar en de zomer van 1883 in Frankrijk. Op de Salontentoonstelling van dat jaar ziet Schjerfbeck Whistler’s Mother. En wie Schjerfbeck’s werk een beetje kent, zal begrijpen dat de verstilde sfeer in Whistler’s schilderij haar moet hebben aangesproken. Ook Hammershøi’s werk is haar niet onbekend. Een vergelijkbare stemming is terug te vinden in haar eigen werk, dat in de loop der jaren, wanneer zij zich om gezondheidsredenen maar ook uit persoonlijke voorkeur steeds meer terugtrekt uit de wereld, in toenemende mate eenvoudiger en ‘stiller’ lijkt te worden.
Helene Schjerfbeck, Mijn moeder, moeder leest (1902), Museum voor Moderne Kunst, Stockholm
In het eerste decennium van de 20e eeuw maakt Schjerfbeck een aantal portretten van haar moeder, met wie zij in het noordelijk van Helsinki gelegen Hyvikkää vanaf 1902 een teruggetrokken leven leidt.
Helene Schjerfbeck, Thuis (moeder naait) (1903), Turku Kunst Museum, Finland
Vooral het portret uit 1909 laat in zijn subtiele eenvoud een overeenkomst met Whistler’s Mother zien, al is Schjerfbeck’s werk lichter, etherischer, en lijkt moeder Schjerfbeck in haar ouderdom haast doorschijnend te zijn.
Helene Schjerfbeck, Mijn moeder (1909), Fins Nationaal Museum, Helsinki
Wat deze werken met elkaar verbindt, is niet alleen een formele overeenkomst, maar vooral ook de liefde van de schilder voor haar of zijn moeder. Opvallend is de wijsheid, de berusting, de verstilling, die uit deze moederportretten spreekt. Maar ook, wellicht, eenzaamheid. In deze tijd van corona-isolatie is dat maar al te herkenbaar. Het is te hopen dat al die bejaarde moeders die nu in eenzaamheid gevangen lijken te zitten, hun kinderen en kleinkinderen in de nabije toekomst weer in de armen mogen sluiten. Moederdag is maar één dag in het jaar – maar eigenlijk zou het elke dag een klein beetje Moederdag moeten zijn.
Geraadpleegde bronnen:
Ronald Anderson en Anne Koval, James McNeill Whistler: Beyond the Myth, New York 1995
Sven Bjerkhof (red.), Hammershøi und Europa, ein Dänischer Künstler um 1900, München 2012
Alessandra Comini, ‘Helene Schjerfbeck: Finland’s Modernist Rediscovered’, Women’s Art Journal 16 (1995), 50-53
H. Fleming, James Abbott McNeill Whistler, A Life, Moreton-in Marsh 1991
Mette Bøgh Jensen, I am Anna, A Homage to Anna Ancher (Tent. Cat. Skagens Museum), Odder 2009
Annabelle Görgen (red.), Helene Schjerfbeck 1862-1946, München 2007
Rachel Sloane, ‘Vilhelm Hammershøi, London and Tokyo’ (review), The Burlington Magazine 150 (2008), 624-625
Frances Spalding, Whistler, Londen 1994
Wikimedia Commons
Je hebt een prachtig onderwerp uitgezocht met al die bejaarde vrouwen. Er valt veel af te lezen van de gezichten. Berusting en weemoedigheid bijvoorbeeld.
Groet,
Jaap
Je hebt een prachtig onderwerp te pakken met al die vrouwen op leeftijd. Ik lees van de gezichten allerlei stemmingen. Ook “berusting “. Dank je.
Jaap Bestebreurtje
Mooi, moeder!