Gesina

Gerard ter Borch, Zittende jonge vrouw in het kostuum van een boerenmeisje (Gesina) (1650-60), Rijksmuseum, Amsterdam

Het Rijksmuseum Amsterdam heeft onlangs op de internationale kunst- en antiekbeurs Tefaf in Maastricht voor 3 miljoen euro een gesigneerd olieverfschilderij gekocht van de hand van Gesina ter Borch (1631-1690). Wie? Nee…niet Gerard ter Borch, haar halfbroer en één van de grote schilders uit onze zeventiende eeuw, maar Gesina. Zij trad als vrouw weinig naar buiten met haar werk en werd mede daardoor lang ‘vergeten’ in de kunstgeschiedenis. Inmiddels staat haar eigen werk terecht wat meer in de schijnwerpers. Volgens directeur Taco Dibbits vormt de aankoop van het schilderij ‘de kroon op de artistieke nalatenschap’ van Gesina ter Borch. Dat is goed nieuws….want in 2001, dus nog niet zo héél lang geleden, wordt in een glossy catalogus van 17e-eeuwse kunst uit datzelfde Rijksmuseum, Gesina ter Borch alleen genoemd als zuster van Gerard ter Borch, voor wie zij wel eens model zat. In 2023 was er de prachtige tentoonstelling Vrouwen op papier in het Rijksmuseum, waarin Gesina een bescheiden rol speelde. Bij de informatiebalie van het Rijks wist men helaas niet te vertellen wáár in het museum die tentoonstelling te vinden was – die bleek uiteindelijk in vijf verschillende kabinetjes op drie verdiepingen te hangen. Men had een goede wandelconditie en GPS nodig om die te vinden.

 

Het Rijksmuseum heeft al sinds 1886 (!) vrijwel het complete oeuvre van Gesina ter Borch in bezit: 59 losse tekeningen en drie albums met gedichten, geïllustreerd met honderden zeer originele aquarellen. Het was wel bekend dat Gesina ook olieverfschilderijen maakte, maar tot nu toe kende men geen enkel onbetwist exemplaar van haar hand. Het Rijksmuseum bezit wel een in olieverf uitgevoerd Memorieportret van Gesina’s broer Moses (1645-1667), die sneuvelde bij de bestorming van een Engelse fort in 1667, maar dit werk werd door Gerard en Gesina samen gemaakt.

Toen dook recent een kinderportret van Moses op. Het werd ontdekt door antiquair Dickie Zebregs, die het tegenkwam bij een Parijse decorateur. Bij het schoonmaken van het schilderij kwam de signatuur van Gesina ter Borch tevoorschijn. We zien Moses als peuter met zijn favoriete speelgoed, uitgedost met een fantastische hoed en, zoals gebruikelijk voor kleine jongetjes in die tijd, een jurk. Zeg maar gerust zondagse jurk.


Gesina Ter Borch, Kinderportret van Moses, broer van de kunstenaar (na 1667), Rijksmuseum, Amsterdam

Gesina ter Borch werd in 1631 geboren in een kinderrijk en artistiek gezin in Zwolle. Vader ter Borch was kunstschilder, en studeerde zelfs een tijdje in Italië, maar gaf zijn kunstenaarsbestaan op om een veel lucratievere baan aan te nemen als ambtenaar in de gemeente Zwolle. Niettemin bleef hij de artistieke gaven van zijn kinderen stimuleren – de meest getalenteerden onder hen gaf hij teken- en schilderles: Gerard, Gesina en Moses. Gerard zou een glansvolle carrière verwezenlijken. Moses was artistiek zeer begaafd, maar koos voor een militaire loopbaan. Als hij was blijven leven, had hij waarschijnlijk net als zijn halfbroer Gerard furore gemaakt als kunstenaar.

Dankzij het feit, dat Gesina regelmatig model zat voor Gerard, weten we goed hoe zij er uitzag. Ook maakte ze enkele zelfportretten.


Gerard ter Borch, Meisje voor de spiegel (Gesina) (ca. 1652), Rijksmuseum, Amsterdam


Gerard ter Borch, Portretstudie van Gesina (1645-1660), Rijksmuseum, Amsterdam


Gesina ter Borch, Zelfportret (1661), Rijksmuseum, Amsterdam

Let eens op de parel die Gesina draagt: eenzelfde sieraad als waarmee Vermeers Meisje met de parel gesierd is. Het is in de zeventiende eeuw een populair oorsieraad, maar …geen parel (zie Het meisje zonder parel).

Gesina is echter vooral bekend om de aquarellen, waarin ze als een zeventiende-eeuwse ‘cartoonist’ met een scherp oog voor detail het dagelijks leven in haar tijd schetst.

Gesina vult daarmee drie albums: het  Materi-boek, het Poëzie-album en het Familieplakboek of Kunstboek. Ze verzamelt daarin gedichten, die ze in fraai gekalligrafeerd handschrift opschrijft, en met kleine aquarellen illustreert. De albums geven een uniek en niet zelden humoristisch beeld van de dagelijkse levenswijze, kleding en manieren van de zeventiende-eeuwse gegoede burgerij in een kleine stad, maar soms ook een kijkje in het zware leven van arbeidersvrouwen, zoals bijvoorbeeld wasvrouwen, of een moralistische waarschuwing voor de vluchtigheid van het leven.


Gesina ter Borch, Vrouw met kinderen, een lopende vrouw en een vrouw pratend met twee mannen (1651-1655), Rijksmuseum, Amsterdam


Gesina ter Borch, Twee heren in gesprek (1654), Rijksmuseum, Amsterdam

Gesina ter Borch, Hand in hand lopend paar, gevolgd door een jongeman (ca. 1656), Rijksmuseum, Amsterdam


Gesina ter Borch, Heer en dame,kussend (1654), Rijksmuseum, Amsterdam


Gesina ter Borch, Nachtstuk, echtpaar lopend achter een vrouw met een lantaarn (ca. 1655), Rijksmuseum, Amsterdam


Gesina ter Borch, Twee vrouwen die de was aanstampen (ca. 1652), Rijksmuseum, Amsterdam


Gesina ter Borch, Vrolijk gezelschap dat door de dood wordt gestoord (1660), Rijksmuseum, Amsterdam


Gesina ter Borch, Gezelschap van vijf personen (1654-58), Rijksmuseum, Amsterdam

Opvallend is, hoe vaak Gesina mannen afbeeldt, als hoffelijke begeleiders van vrouwen, maar ook samen met rokende en drinkende vrouwen in ondeugende braspartijen – taferelen waarvan ze zelf als fatsoenlijke burgervrouw nauwelijks getuige geweest kan zijn. Waarschijnlijk hoorde ze het een en ander van haar broers, of putte ze haar inspiratie uit volkse versjes.

De fatsoenlijke Hollandse vrouw was in de zeventiende eeuw vooral huisvrouw. In burgerlijke kringen bestierde zij traditioneel gezien haar huishouden met ijzeren hand en spreekwoordelijke Hollandse properheid. Volksliedjes getuigen bovendien ruimschoots van de bazigheid van de Hollandse huisvrouw. Het is koren op Gesina’s molen, en ze tekent het volgende versje op in haar Poëzie-album:

‘Veel liever wil ick noch, bij leeuwen en bij draecken,
Als bij een boose vrou, mijn rust en woonplaes maeken’

Het is één van de volkswijsheden en -liedjes, die ze in haar albums optekent, en die ze als volgt illustreert:

Gesina ter Borch, Echtpaar dat elkaar te lijf gaat (1652), Rijksmuseum, Amsterdam

Uiteraard heeft hetzelfde versje een moralistisch besluit:

‘Laet u hert niet worden swaer, soete paer
T’Saem gebrocht door suijver minne
Want de God van liefd en vree, sal u twee
Maeken eens van hert en sinne’

Beroemd en als allegorie uniek in Gesina’s werk is haar Triomf van de Schilderkunst over de Dood.


Gesina ter Borch, Triomf van de Schilderkunst over de Dood (Zelfportret, ca. 1660), Rijksmuseum, Amsterdam

Het zit vol symboliek, maar die heeft ze niet zelf bedacht. Schilders gebruikten op grote schaal boeken met zogenaamde emblemata, voorbeelden. Eén van de meest bekende daarvan was Cesare Ripa’s Iconologia (1593), dat in 1644 uit het Italiaans in het Nederlands vertaald werd. Hierin wordt precies uitgelegd, én afgebeeld, hoe een kunstenaar allerlei allegorieën en personificaties van min of meer abstracte begrippen dient weer te geven, zodat ze met hun juiste betekenis herkenbaar zijn. De personificatie van de Schilderkunst wordt door Ripa als volgt afgebeeld:


Cesare Ripa, Iconologia: Pittura (Schilderkunst)

Gesina beeldt zeer waarschijnlijk zichzelf hier af als de personificatie van de schilderkunst.

  • Deze personificatie is altijd een mooie vrouw.
  • Haar mond is gesnoerd: de schilderkunst is een zwijgende kunstvorm (anders dan bijvoorbeeld muziek en dichtkunst) en dient ook in stilte beoefend te worden.
  • Achter de Schilderkunst staat, in het blauw, de Muze van de Geschiedenis en de Dichtkunst (ook naar Ripa), die de schilder inspireert.
  • Het masker dat de Schilderkunst om haar hals draagt wijst erop dat een schilderij een nabootsing is van iets anders uit de werkelijkheid.
  • Op de ezel verrijst een feniks uit de as: de kunstenaar ‘verrijst uit de dood’ door haar werk dat blijft, ook wanneer zij gestorven is. Ars longa, vita brevis.
  • Dezelfde betekenis hebben de Dood en de Tijd, die vertrapt onder haar voeten liggen; de zeis is gebroken en de zandloper is kapot.
  • Ze schildert een Toren van Babel….het ultieme symbool van menselijk kunnen, maar met daarin besloten het gevaar van hoogmoed en ijdelheid.

Toch zien wij hier met onze eenentwintigste-eeuwse ogen graag een verbeten schilderende vrouw die tegen haar wil de mond gesnoerd wordt – miskenning van de vrouwelijke kunstenaar? We dienen echter heel voorzichtig te zijn met dit soort verleidelijke interpretaties!

Hieronder zien we een afbeelding van een vrouw die van alles in een boom krast:

Gesina ter Borch, Vrouw die namen in een boom grift (1661), Rijksmuseum, Amsterdam


Gesina ter Borch, Vrouw die namen in een boom grift (1661), Rijksmuseum, Amsterdam

Dit is zeer waarschijnlijk ook een zelfportret. Gesina bleef ongetrouwd, maar er wordt op basis van deze aquarel wel gesuggereerd dat er iets gaande was tussen haar en haar goede vriend Henrik Jordis, een koopman uit Amsterdam met connecties in artistieke kringen.

In de boom gekrast staat namelijk:

‘GHI H[I?]  jaer dach 15  Novemb 1661 DMS Gesina Ter Borch vive le [hartje] que mon [hartje] aime’

De initialen ‘HI’ zouden op Hendrik Jordis (Iordis) kunnen slaan. Jordis leverde verschillende gedichten voor Gesina’s albums, en schreef in het Familieplakboek een uitgebreide verklaring van Gesina’s Triomf van de Schilderkunst over de Dood.

Gesina’s werk is misschien niet groots en meeslepend, maar wel uniek. Uit haar aquarellen valt veel op te steken over mode en gewoonten in de zeventiende eeuw: moeders die in gezelschap hun kindje de borst geven, wandelende en elkaar kussende stelletjes, een man die de schoen van een vrouw strikt, dames in vol ornaat die uit de kerk komen, Bijbelse taferelen, werkende wasvrouwen, flanerende dames en heren. Opvallend is Gesina’s ondeugende humor: twee engeltjes die met man en macht een gordijn proberen op te hijsen, brassende mannen in de kroeg,  rokende en drinkende vrouwen, poepende kleuters, een echtpaar dat elkaar te lijf gaat. Curieus zijn de twee Afrikaanse jongetjes, waaronder ze heeft gezet: ‘naar ’t leven’. Je ziet het allemaal in de volgende impressie:

Bronnen (o.a.):
Marjan Brouwer, De Gouden Eeuw van Gesina ter Borch, Zwolle 2010.

Alison McNeill Kettering, Drawings from the Ter Borch Studio Estate, Den Haag 1988.
Katlijne van der Stichelen en Mirjam Westen (red.), Elck zijn waerom. Vrouwelijke kunstenaars in België en Nederland 1500-1950, Brugge 1999.
www.rijksmuseum.nl

https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Borch

2 gedachten over “Gesina

  1. Leuk om kennis te maken met een voor mij totaal onbekende kunstenares.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *