De stilte van Hammershøi

De strenge lockdown duurt voort, het is hartje winter en we zitten nog steeds het grootste deel van de tijd binnen. Het vorige blog over de Franse intimisten Édouard Vuillard en Pierre Bonnard, met hun over-gedecoreerde interieurs, riep nogal wat reacties op als: mooi hoor, maar ik word wel een beetje simpel van al die drukte op het doek. Daarom stel ik u nu graag voor aan een schilder uit het nuchtere, sobere noorden: Vilhelm Hammershøi, een Deense tijdgenoot van Vuillard en Bonnard. Zijn werk blijkt bovendien een verrassende dialoog aan te gaan met de fascinerende camera obscura werken van de hedendaagse Finse fotografe Marja Pirilä.

   
Vilhelm Hammershøi, Witte deuren, Strandgade 30 (1899), part. coll.
Marja Pirilä, Milavida #21 (2013)

 

De negentiende eeuw is voor Denemarken een stormachtige periode. Het land verliest een groot deel van zijn Scandinavische grondgebied aan Zweden, en Sleeswijk-Holstein wordt door de Pruisen geannexeerd. De Denen staan voor de uitdaging om hun nationale identiteit in een sterk gekrompen land als het ware opnieuw uit te vinden. In de kunst uit zich dat door de neiging zich naar binnen te keren, en zich onder andere te richten op het gewone, dagelijkse Deense leven. Deze tendens levert in de eerste helft van de negentiende eeuw prachtige, romantische schilderijen op van traditionele huiselijke taferelen. Deze vroeg negentiende-eeuwse periode, waarbij men ook inspiratie opdoet bij de Hollandse meesters van ónze Gouden eeuw, wordt de Deense Gouden Eeuw genoemd. De belangstelling voor het dagelijkse leven binnenshuis blijft tot na 1900 onverminderd populair in de Deense kunst. Een kenmerkend voorbeeld hiervan vormt bijvoorbeeld het werk van Carl Holsøe (1863-1935), vriend en collega van Vilhelm Hammershøi (1864-1916).


Carl Holsøe, Aan de ontbijttafel (z.j.), part. coll.


Carl Holsøe, Interieur (z.j.), part. Coll

Holsøe’s werken stralen een zekere intimiteit en berusting uit, maar tegelijkertijd toont hij ons ook het besloten, begrensde universum, waarin de vrouw van die tijd het grootste deel van haar leven leidde, weliswaar beschermd, maar ook afgeschermd en geïsoleerd van de buitenwereld. Het werk van Hammershøi lijkt op het eerste gezicht aan te sluiten bij deze trend, maar heeft bij nadere beschouwing een geheel eigen, uniek karakter.


Vilhelm Hammershoi, Interieur met vaas bloemen, Bredgade 25 (1910-1911) Malmö Museum of Art, Zweden

Vilhelm Hammershøi is rond de voorlaatste eeuwwisseling zowel in zijn eigen land als internationaal een van de meest bekende en gewaardeerde Deense kunstschilders. Hij volgt zijn opleiding aan de Koninklijke Deense Kunstacademie in Kopenhagen, maar maakt zich al snel los van de daar onderwezen traditionele, academische schilderstijl. Hij voelt zich meer verwant met de moderne schilders van Den Frie Udstilling, een kunstenaarsvereniging die hij in 1891 in Kopenhagen helpt oprichten. Deze vooruitstrevende vereniging zet zich af, in navolging van de Parijse Salon des Refusés, tegen het strenge, behoudende toelatingsbeleid bij de jaarlijkse Academie-tentoonstellingen. Hammershøi onderneemt regelmatig reizen, onder andere naar Londen, Parijs, maar ook Nederland. In Hammershøi’s interieurs zijn opvallende invloeden te onderkennen van onder andere Johannes Vermeer (1632-1675) en Pieter de Hooch (162901684).

   
Pieter de Hooch, Vrouw met kind bij de voorraadkamer (ca. 1658), Rijksmuseum Amsterdam
Vilhelm Hammershoi, Interieur met Ida op witte stoel (1900), part. coll.

     
Johannes Vermeer, Brieflezende vrouw (1662-63), Rijksmuseum Amsterdam
Vilhelm Hammershøi, Ida leest een brief (1899), part. coll.

In de interieurs van Holsøe en van de Hollandse meesters kijk je naar een soort verhaal: inrichting, voorwerpen, aankleding van het vertrek en gezichtsuitdrukkingen vertellen veel over wat er zich mogelijk afspeelt. Vergeleken hiermee laat Hammershøi in zijn interieurs de meeste details van een actief huiselijk leven weg. Meubels, en voorwerpen, àls ze al aanwezig zijn, zijn schaars, en lijken eerder rekwisieten te zijn op een toneel zonder toneelstuk. Wat er in die ene vrouw omgaat, is een raadsel.

Wat zijn bijna monochrome palet betreft, vindt Hammershøi onder andere inspiratie in het werk van zijn oudere tijdgenoot James Abbott McNeill Whistler (1834-1903), die hij zeer bewondert.

   
Vilhelm Hammershoi, Kamer met lezende vrouw (1893), Göteborg Kunstmuseum
James Abbott McNeill Whistler, Symfonie in wit nr. 1 (1862), National Gallery of Art, Washington DC

Het is niet zo zeer een verhaal dat Hammershøi ons toont, noch een ‘portret van een jurk’ of de intimiteit van een vrouwelijk vertrek met een overdaad aan ‘soft furnishings’, zoals bij zijn tijdgenoten, de Franse intimisten – maar eerder een versoberde, verstilde eenzaamheid. Hammershøi verafschuwt tierlantijnen en in zijn ogen onnodige ornamentiek, zoals die in de late negentiende eeuw in zwang is. Hij en zijn vrouw Ida geven de voorkeur aan een meer sobere inrichting. Zij verzamelen meubels uit de late achttiende en vroege negentiende eeuw, en richten hun huis daarmee spaarzaam in.

Onbekende fotograaf, Hammershøi’s woning, Strandgade 25 (1913), Hirschsprung Collectie, Kopenhagen

Dit verraad een zekere nostalgie naar vervlogen tijden, toen alles ‘beter’ was, en smaakvol en ambachtelijk vervaardigd.  Tegelijkertijd wijst het op een hang naar een eenvoudige, beheersbare overzichtelijkheid – in zekere zin een moderne reactie op de overdadige interieurstijlen van de negentiende eeuw. In Hammershøi’s interieurs kan men zich in alle rust terugtrekken uit een onoverzichtelijke, hectische, misschien wel bedreigende buitenwereld.

Hammershøi’s geschilderde interieurs zijn nog spaarzamer ingericht dan zijn echte huis. Wat overblijft, is een vrijwel lege ruimte, lijnen en vlakken, en Ida, in een eenzaam, bevroren moment. Het is bijna alsof het er niet toe doet wie ze is, áls ze daar maar is: thuis. Door sommige kunsthistorici wordt overigens beweerd dat van Ida’s blanke nekje een erotiserende werking zou uitgaan. De titels van de werken laten in ieder geval niets los.


Vilhelm Hammershøi, Interieur met vrouw, op de rug gezien (1904), Randers Kunstmuseum, Denemarken


Vilhelm Hammershøi, Interieur met Ida, die piano speelt (1910), National Museum of Western Art, Tokyo


Vilhelm Hammershøi, Interieur, Strandgade 30 (1906), Aros Kunstmuseum, Århus, Denemarken


Vilhelm Hammershøi, Interieur, Strandgade 30 (1901), Städel Museum, Frankfurt

In zijn tijd verweten sommige critici Hammershøi dat zijn werk uitstekend de veronderstelde, ietwat saaie Deense volksaard weerspiegelde: sober, nuchter, gereserveerd, zonder verrassingen of kleurrijke oplevingen. Hammershøi’s bijna monochrome palet, de afwezigheid van prikkelende, heldere kleuren, dwingt de aandachtige kijker echter om beter te kijken naar de weloverwogen compositie, de gevoelige penseelvoering en de subtiele nuances in grijze en witte tinten en zachte okers.


Vilhelm Hammershøi, Interieur, Strandgade 30 (1901), Statens Museum for Kunst, Kopenhagen


Vilhelm Hammershøi, Interieur, Strandgade 30 (1900), part. coll.

Door de ramen valt licht naar binnen, maar het is meestal niet zichtbaar wat er zich áchter die ramen bevindt. De buitenwereld wordt letterlijk buitengesloten. Je zou je kunnen afvragen wat dit betekent voor de eenzame vrouwenfiguur in deze stille, lege kamers. Nog stiller en mysterieuzer wordt het wanneer Hammershøi zelfs zijn vrouw weglaat uit zijn interieurs.


Vilhelm Hammershoi, Interieur met spiegel (1907), part. coll.


Vilhelm Hammershøi, Witte deuren, Strandgade 30 (1899), part. coll.


Vilhelm Hammershøi, Stofdeeltjes in zonnestralen (1900), Ordrupgaard, Kopenhagen

Bovenstaand werk, Stofdeeltjes in zonnestralen, is misschien wel Hammershøi’s meest bekende meesterwerk. Hij biedt ons een blik in een volkomen lege kamer, waarvan we aanvankelijk misschien denken, dat die ons vertrouwd voorkomt. Licht valt door een gesloten venster naar binnen en de dansende stofdeeltjes geven een diffuse tastbaarheid aan de lichtstralen. Bij nadere beschouwing slaat echter de onzekerheid toe, en wat overblijft, is een mysterie: een leeg toneel en een verhaal dat niet verteld wordt. Het werk toont een verstilde compositie van vlakken in subtiele grijstinten, en licht, bijna tastbaar licht, dat suggereert dat er buiten het venster een wereld bestaat, waarvan je echter nauwelijks een glimp kunt opvangen.

Een sprong in de tijd. Bij toeval – of bestaat toeval niet? – stuitte ik onlangs op het werk van de hedendaagse Finse fotografe Marja Pirilä. Wie schetst mijn verrassing, toen ik haar fotoserie Milavida zag.


Marja Pirilä, Milavida 21 (2013)


Marja Pirilä, Milavida 9  (2012)

De verlaten Finse villa Milavida staat in Marja Pirilä’s woonplaats. Pirilä begon in 2011 in dit huis een camera obscura project – overigens is Pirilä al sinds 1996 gefascineerd door de mogelijkheden van de camera obscura (zie ook het blog over Chris Drury’s Cloud Chambers). Ze beschrijft het werken aan Milavida als een proces, waarin de donkere, stille, en lege ruimtes haar langzaam aan deelgenoot lijken te maken van hun geschiedenis, die als het ware opgeslagen ligt in de wanden. Op die wanden projecteert de camera obscura een beeld van een levende wereld buiten. Er valt licht door halfgeopende deuren. Pirilä’s fototoestel registreert dit subtiele spel tussen licht en donker, binnen en buiten.


Marja Pirilä, Milavida 22  (2013)


Marja Pirilä, Milavida 7  (2012)

‘Het licht tekent het beeld’, zegt zij daar zelf over. De camera obscura projectie en het licht dat door halfopen deuren schijnt, verbeelden beide een overgang: als een drempel, van een donkere, intieme binnenruimte naar een wereld daarbuiten.

Hammershøi laat ons in zijn interieurs serene, besloten, soms bijna claustrofobische vertrekken zien, met deuren die niet naar buiten leiden maar naar andere, stille kamers. Door zijn ramen komt licht naar binnen van een onzichtbare, onbereikbare buitenwereld. Pirilä toont in haar fotoserie Milavida ook stille kamers en open deuren waar licht door valt, maar in deze kamers komt dankzij de camera obscura de buitenwereld wél binnen, zij het indirect. Zij toont ons een glimp van een veelbelovend landschap van licht en hoop – als een belofte van nieuwe, betere tijden.

Met dank aan Marja Pirilä voor haar toestemming om foto’s uit de serie Milavida te gebruiken.

Werk van Marja Pirilä is te vinden op:
http://www.marjapirila.com/
https://www.lensculture.com/marja-pirila

Gebruikte bronnen (o.a.):
Patricia G. Berman, In Another Light. Danish Painting in the Nineteenth Century, Londen 2013

Kasper Monrad (red.), Hammershøi und Europa, München 2012
https://www.smk.dk/
https://www.rijksmuseum.nl/nl

6 gedachten over “De stilte van Hammershøi

  1. Hi Maryke
    Intriged by Ida .. heeft ze ook een gezicht een voorkant ….wordt het dan een andere veschyning??
    De stilte v d ruimtes is serene … knap …
    Dank je wel ..weer een fyne verrassing .

  2. Schitterend werk, word er letterlijk stil van. Dank je wel voor het delen.

  3. Dank je, Marijke. Wat een rust straalt het werk van Hammershoi uit. Een verademing. En wat een totaal ander effect hebben de foto’s van Pirilä op mij. Ogenschijnlijk hetzelfde thema, maar op mij maken die beelden een bijna tegengestelde indruk. Liefs, groet, Elles

  4. Mooi bij elkaar gevonden! Holsoe vind ik mooi, Hammersoi aan de muur zou mij depri maken…

  5. Heel mooi en sfeervol! Zowel de schilderijen, als de foto’s.
    Marieke

  6. Prachtig, dank je wel, Marijke ! Interessant ook om drie keer hetzelfde raam met deur te zien, en drie keer anders weergegeven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *