Artemisia Gentileschi, Judith en haar dienstmaagd (ca. 1618), Palazzo Pitti, Florence
Ondanks de beperkingen die Artemisia Gentileschi (1593 – ca. 1654) ervaren moet hebben als vrouwelijke, professionele kunstenaar in de mannenwereld van de zeventiende eeuw, verwezenlijkt zij een bewonderenswaardige carrière. Artemisia verwerft gedurende haar meer dan veertig jaar lange loopbaan opdrachten van gerenommeerde verzamelaars en hooggeplaatste kerkelijke en wereldlijke heersers van een keur aan Europese hoven. Haar werk brengt de waardigheid van sterke vrouwen uit Bijbelverhalen en mythologie voor het voetlicht, een waardigheid die hen lang werd misgund door vrouwonvriendelijke tradities. Haar werk schokt, verbaast, ontroert en verrast, het is een lust voor het oog, het prikkelt de verbeelding en zet aan tot nadenken. Artemisia’s werk doet de fictie teniet dat vrouwelijke kunstenaars niet in staat zouden zijn te concurreren met hun mannelijke collega’s. Artemisia, navolger van Caravaggio, wordt tegenwoordig beschouwd als één van de allergrootsten van de Italiaanse barok. Artemisia en haar werk zijn in de afgelopen honderd jaar, na haar ‘herontdekking’, echter ook voor veel karretjes gespannen, waaronder dat van de feministen. Terecht of niet?
De tentoonstelling Artemisia. Vrouw en Macht is afgelopen zaterdag 25 september geopend in het Rijksmuseum Twenthe in Enschede. De tentoonstelling toont vijftien werken van Artemisia, in de context van werk van mannelijke tijdgenoten. Nooit eerder was een dergelijk aantal werken van Artemisia bij elkaar in een Nederlands museum te zien, dus hiermee heeft het Rijksmuseum Twenthe een primeur. Reden om hier aandacht te besteden aan deze uiterst getalenteerde, boeiende kunstenares uit de zeventiende eeuw. De tentoonstelling is te zien tot en met 23 januari 2022 (mijn recensie volgt in een volgend blog).
Na eeuwenlang min of meer in de vergetelheid te zijn geraakt, wordt Artemisia in de twintigste eeuw ‘herontdekt’ als een van de belangrijkste kunstenaars van de Italiaanse barok. Dat vangt eigenlijk al aan met het beroemde essay van de Italiaanse kunsthistoricus Roberto Longhi: Gentileschi padre e figlia (Gentileschi, vader en dochter). Longhi’s echtgenote Lucia Lopresti, ook kunsthistoricus, schrijft onder het pseudoniem Anna Banti een historische roman met als titel Artemisia. Dit boek komt in 1953 uit en wordt beschouwd als een meesterwerk in de Italiaanse literatuur. In een meanderende ‘stream-of consciousness’ stijl, die sterk doet denken aan het werk van Virginia Woolf, kruipt Banti als het ware onder de huid van Artemisia.
Ik las het boek (in een Engelse vertaling) en vond het boeiend, maar vermoeiend – dat laatste had vooral te maken met de stijl. Het is en blijft historische fictie, al is de grote lijn wel gebaseerd op gedocumenteerde feiten – althans, die feiten die op dat moment bekend zijn over Artemisia’s leven. Dat een dergelijk inlevingsvermogen, gepaard met historisch onderzoek, ook nog verrassende resultaten kan opleveren, bewijst Alexandra Lapierre in 1998, met háár roman Artemisia. Zij ontdekte verschillende tot dan toe onbekende historische documenten over Artemisia’s leven en werk, die sindsdien gretig gebruikt worden door kunsthistorici.
Artemisia komt in de twintigste eeuw vooral in de belangstelling te staan dankzij de beroemde tentoonstelling Women Artists: 1550-1950 in 1977, georganiseerd door de feministische kunsthistorici Ann Sutherland Harris en Linda Nochlin. Artemisia wordt in deze tentoonstelling als rolmodel voor de onafhankelijke, vrouwelijke kunstenaar en als boegbeeld voor de feministische kunstbeweging gepresenteerd. Het is de eerste tentoonstelling waar een aantal van haar werken bij elkaar te zien zijn.
Artemisia’s Judith en haar dienstmaagd (1623), op de tentoonstelling Women Artists: 1550-1950, Brooklyn Museum, New York (1977)
In de daaropvolgende decennia zijn het vooral feministische kunsthistorici, met als voortrekker de Amerikaanse Mary D. Garrard, die een enorme belangstelling aan de dag leggen voor Artemisia en haar werk. Dit heeft uiteraard te maken met de bijzondere kwaliteiten van haar werk, maar zeker zoveel met wat er allemaal aan gedocumenteerde feiten bekend is over haar leven.
Artemisa Gentileschi, Suzanna en de ouderlingen (1610), Schloss Weissenstein, Pommersfelden
Artemisia’s biografie mag namelijk gerust dramatisch genoemd worden. Als zeventienjarige jonge vrouw wordt zij verkracht door Agostino Tassi, kunstschilder en collega van haar vader Orazio. In die tijd betekent zoiets vooral een aantasting van de (familie)eer van Artemisia’s vader, en een ernstige vermindering van haar kansen op een goed huwelijk. De dubbele moraal van die tijd beschouwt de verkrachte vrouw namelijk als ‘beschadigd goed’, iets wat alleen goed gemaakt kan worden wanneer de verkrachter met de vrouw in kwestie trouwt (!). Dit gebeurt echter niet, en vader Orazio sleept zijn vriend voor het gerecht. Van dit proces, en dat is uniek, is de complete verslaggeving bewaard gebleven. Hieruit blijkt, dat Artemisia niet alleen aan ongemakkelijke fysieke onderzoeken blootgesteld werd, maar haar verklaring onder marteling moest bevestigen. Tassi wordt uiteindelijk veroordeeld, maar het vonnis wordt nooit uitgevoerd. Artemisia wordt één dag na het proces in allerijl uitgehuwelijkt en verhuist van Rome naar Florence, mede om ‘verdere reputatieschade’ (die van haar!) te omzeilen. Deze onverkwikkelijke toestand is de hoofdreden, dat met name Artemisia’s Judith door feministische kunsthistorici wordt geïnterpreteerd vanuit haar biografie.
Artemisia Gentileschi, Judith onthoofdt Holofernes (1614), Galleria degli Uffizi, Florence
Het is echter de vraag, of we Artemisia’s Judith, en ze schildert er verschillende, als een soort ‘creatieve therapie’ na een traumatische ervaring mogen zien – zoals we ongetwijfeld zouden doen als het werk in deze tijd was geschilderd. Of dat we haar vroege Susanna en de ouderlingen mogen interpreteren vanuit Artemisia’s veronderstelde gevoel van bedreiging in het mannen-huishouden van haar vader. Artemisia is immers vanaf haar twaalfde jaar moederloos. Het gevaar is dat een dergelijke interpretatie het zicht vertroebelt op andere factoren zoals de historische en artistieke context, de invloed van opdrachtgevers en de toenmalige populariteit van het Judith– en het Susanna-thema. De feministische benadering levert absoluut een aantal interessante en bruikbare invalshoeken op, maar het gevaar van eenzijdigheid is aanwezig.
Artemisia Gentileschi, Allegorie op de roem (mogelijk een zelfportret) (1630-35), The Bennett Collection of Women Realists, San Antonio
Het is boeiend, om in de omvangrijke literatuur rond Artemisia te duiken en te constateren dat de dames en heren kunsthistorici nog steeds in verhitte discussies verwikkeld zijn vanwege verschillende inzichten en interpretaties van Artemisia’s werk, om van opvattingen over toeschrijvingen nog maar te zwijgen. In een aantal gevallen zegt een kunsthistorisch essay overigens meer over de auteur dan over de kunstenaar in kwestie (ik wil niet uitsluiten, dat dat ook voor mij opgaat). De onderliggende vraag blijft echter, of gebeurtenissen in zeventiende-eeuws Italië uitgelegd mogen worden op basis van onze moderne blik, inzichten, ervaringen en gevoelens. Of is dat onvermijdelijk? Hoe dan ook, het maakt Artemisia’s werk er niet minder boeiend om. Integendeel.
Wil je meer weten over Artemisia’s Bijbelse heldinnen, geef je dan op voor één van de komende lezingen.
Lezingen over Artemisia en haar werk
(klik op de afbeelding voor de trailer)
Donderdagavond 14 oktober, 20.00 uur, live in De Voorhof, Kesteren. Je kunt je HIER opgeven (aanmelden verplicht, toegang gratis, vrijwillige bijdrage).
Donderdag 21 oktober 10.00 uur online.
Dinsdagavond 26 oktober om 20.00 uur online.
Voor de online lezingen kun je je HIER opgeven. Kosten: €7,50 p.p.